Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing

Algemeen

Terug naar navigatie - Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing - Algemeen

De paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing geeft inzicht in de robuustheid en weerbaarheid van de gemeentelijke begroting. Het weerstandsvermogen is de relatie tussen bekende risico’s en de weerstandscapaciteit. De weerstandscapaciteit bestaat uit de mogelijkheden en de middelen die de gemeente heeft (of kan hebben) om onvoorziene kosten op te vangen. In hoeverre de gemeente in staat is om financiële tegenvallers op te vangen hangt af van:

  • De risico’s met mogelijke financiële gevolgen die de gemeente loopt. Deze bepalen het benodigde weerstandsvermogen;
  • De middelen die de gemeente vrij kan maken om risico’s op te vangen. Deze bepalen de beschikbare weerstandscapaciteit.

In deze paragraaf worden de belangrijkste risico’s en de beschikbare weerstandscapaciteit in beeld gebracht en wordt het weerstandsvermogen van de gemeente bepaald.

Uitgangspunten (beleid)

Terug naar navigatie - Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing - Uitgangspunten (beleid)

De risico’s worden bij de begroting en de jaarrekening geïnventariseerd en geactualiseerd. Ook bij de tussentijdse besluitvorming worden de risico’s in beeld gebracht en voor zover er risico’s aanwezig zijn, worden deze benoemd en gekwantificeerd. Indien mogelijk worden beheersmaatregelen getroffen. Door al in een vroeg stadium na te denken over de mogelijke risico's van bepaald beleid zijn deze nog te voorkomen of kunnen eventuele ongewenste gevolgen worden beperkt. Risicomanagement is voor de gemeente geen doel op zich, maar is een hulpmiddel bij het bereiken van de gemeentelijke doelen. 

De gemeente Heeze-Leende wil een structureel financieel gezonde organisatie zijn. Daarom wordt uitgegaan van een verantwoord financieel beleid als fundament voor een gezond weerstandsvermogen. In de uitvoering worden hierbij de volgende uitgangspunten gehanteerd: 

•    Een reëel en structureel sluitende (meerjaren)begroting;
•    Onderhoudsvoorzieningen van voldoende omvang;
•    Beheerste ontwikkeling van lokale lasten (indien mogelijk geen lastenverhoging voor inwoners en bedrijven);
•    De begroting heeft jaarlijks ruimte voor onvoorziene kosten (eenmalig en structureel);
•    Een weerstandscapaciteit van voldoende omvang om de risico’s op te kunnen vangen.

Risico's

Terug naar navigatie - Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing - Risico's

Om de minimale omvang van het weerstandsvermogen te kunnen bepalen is het nodig om de belangrijkste risico’s in beeld te brengen. Voor het voorkomen of verminderen van de gevolgen van risico’s worden veelal beheersmaatregelen getroffen of zijn middelen geraamd of gereserveerd. Bij de inventarisatie van risico’s gaat het dan ook om risico’s die resteren: risico’s die niet zijn afgedekt in de exploitatie, waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen en waarvoor we geen bestemmingsreserves hebben gevormd.

Voor de begroting 2026 zijn de risico’s geactualiseerd. Hierbij ligt de nadruk op de belangrijkste risico’s. Voor elk risico is een inschatting gemaakt van de kans van optreden van het risico en het financiële gevolg als het risico zich daadwerkelijk zou voordoen. Dit resulteert in een risicobedrag.  

Risico’s met een geringe impact zijn niet afzonderlijk benoemd. Voor het opvangen van de kleinere risico’s wordt, evenals in voorgaande jaren, een risicobedrag van € 200.000 aangehouden. Risico’s die opgevangen worden door bijvoorbeeld afgesloten verzekeringen, (project)budgetten, voorzieningen of bestemmingsreserves worden niet in deze paragraaf opgenomen.

Overzicht geïnventariseerde en gekwantificeerde risico's

Terug naar navigatie - Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing - Overzicht geïnventariseerde en gekwantificeerde risico's

Tabel 6.0 Op te vangen risico’s

Bedragen x € 1.000

Nr. Risico Risicobedrag 2026 Risicobedrag 2027 Risicobedrag 2028 Risicobedrag 2029
(november 2025) (november 2025) (november 2025) (november 2025)
1 Garantstelling De Bulders Woningbouw C.V. 0 0 0 0
2 Overige garantstellingen en verstrekte leningen 635 635 635 635
3 Rampenbestrijding bij grote rampen 50 50 50 50
4 Calamiteiten informatiebeveiliging 300 300 300 300
5 Ontbrekende risicoreserves gemeenschappelijke regelingen (o.b.v. GRSA2) 468 468 468 468
6 Levering van aardgas en elektriciteit 50 50 50 50
7 Afhankelijkheid van de wereldmarktprijzen in de methodiek afvalkostendekkendheid PM PM PM PM
8 Bosonderhoud geschiedt door middel van subsidies en die lopen tot en met 2026 0 88 88 88
9 Krapte op de arbeidsmarkt 500 500 500 500
10 Open einderegelingen Sociaal Domein PM PM PM PM
Totaal grootste risico’s 2.003 2.091 2.091 2.091
11 Overige risico’s 200 200 200 200
Totaal risico’s 2.203 2.291 2.291 2.291
Correctie voor het tegelijkertijd optreden van risico’s 90% 90% 90% 90%
Totaal op te vangen risico’s 1.983 2.062 2.062 2.062

We gaan ervan uit dat niet alle risico’s zich tegelijkertijd voordoen en om aan dit spreidingsrisico invulling te geven, hanteren we een percentage van 90% over het totaal berekende risicobedrag. Dat brengt het totaal van de risico’s voor 2026 op € 1.983.000.

Toelichting op de geïnventariseerde risico's

Terug naar navigatie - Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing - Toelichting op de geïnventariseerde risico's

1.    Garantstellingen Bulders woningbouw C.V.

De gemeente Heeze-Leende loopt het risico dat de garantstelling door de bank wordt ingeroepen bij de gemeente. In het verleden hadden we een garantstelling van maximaal € 16 miljoen kredietfaciliteit. In 2025 is de kredietfaciliteit opgeheven.

2.    Overige garantstellingen en verstrekte leningen 
De gemeente Heeze-Leende staat nog garant voor een drietal leningen van het Hypotheekfonds voor Overheidspersoneel waarvan de schuldrest eind 2024 nog € 450.000 bedroeg. Er worden al enige jaren geen nieuwe borgstellingen verstrekt. Er zijn aan deze borgstelling beperkte risico’s verbonden, aangezien er een redelijk verschil bestaat tussen de werkelijke waarde van het onroerend goed en de aangegane borgstelling.

Onze gemeente heeft diverse garantstellingen afgegeven en leningen verstrekt om maatschappelijke doeleinden mogelijk te maken. Het risico bestaat dat deze garantstellingen worden aangesproken op het moment dat de organisatie of vereniging/stichting waarvoor de garantstelling is afgegeven niet aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen. Ook loopt onze gemeente het risico dat de door haar verstrekte leningen niet kunnen worden terugbetaald. 
De grootste leningen zijn aan Wocom en stichting HSLnet verstrekt.

Het risico bij de aan Wocom verstrekte leningen met een restschuld op eind 2024 van € 1,2 miljoen is minimaal omdat het door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) gewaarborgde leningen betreft. WSW neemt de betaalverplichtingen voor een lening over wanneer de corporatie (ondanks de voordelige financieringsvoorwaarden) de rente en aflossing op een door WSW geborgde lening niet meer kan betalen. Alleen als WSW deze betaalverplichting niet uit de in de zekerheidsstructuur kan voldoen, moeten rijk en gemeenten bijspringen. WSW is nog nooit aangesproken op de borg en schat het risico van de gemeenten en het Rijk in als zeer klein, of zelfs theoretisch. De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) behartigt de belangen van de gemeenten richting WSW.
In het kader van de financiering van de aanleg van een glasvezelnetwerk in zowel de kernen als in het buitengebied zijn er een aantal leningen met een totaal van 7 miljoen verstrekt aan de Stichting HSLnet. De restschuld van deze leningen bedraagt eind 2024 nog € 4,67 miljoen. Het beheer en onderhoud en een deel van de exploitatie van het netwerk is ondergebracht bij Simac Techniek uit Veldhoven. Simac Techniek staat (nog gedurende een periode van 4 jaar) garant voor het aflossen van het lening 
deel van 4,8 miljoen tot een restschuld van € 2,5 miljoen. Ook is de exploitatie van het glasvezelnetwerk behoudend van opzet en laat de komende 20 jaar voldoende ruimte voor aflossing van de lening en betaling van de rente. De exploitatie draait probleemloos en er zijn geen signalen dat dit op korte termijn wijzigt.
De omvang van het risico wordt berekend op 10% van de garantstelling/restschulden. Ultimo 2024 is de in totale omvang van garantstellingen en restschulden € 6,3 miljoen. Het financieel risico komt neer op € 0,6 miljoen.

3.    Rampenbestrijding bij grote rampen
Een incident of ramp is moeilijk te voorspellen.  In 2010 heeft er een grote heidebrand plaatsgevonden op de Strabrechtse Heide. Een deel van de kosten van de inzet van de brandweer wordt afgewenteld op de gemeente en is niet te verhalen. Deze kosten kunnen aanzienlijk zijn als zich zo’n ramp voordoet (kan oplopen tot € 500.000). De kans hierop is echter gering (10%). We schatten dit risico daarom op € 50.000.

4.    Calamiteiten informatiebeveiliging
De gemeente is het afgelopen decennium steeds meer een informatiebeheerder, -gebruiker en -leverancier geworden. Wij verzamelen, beheren en gebruiken informatie over onze inwoners en ondernemers die van belang is voor onze wettelijke dienstverleningstaken. Wij zijn de beheerder van een groot aantal authentieke basisregistraties en leverancier van betrouwbare en beveiligde informatie naar andere overheden. Informatie beheer is daarmee een van onze kerntaken geworden. Onze inwoners en ondernemers moeten er daarbij vanuit kunnen gaan dat wij met die persoonlijke en vertrouwelijke informatie verantwoordelijk omgaan. 
De risico’s van informatiebeveiliging door bijvoorbeeld hacking, phishing of ongeautoriseerd gebruik van onze systemen of datalekken nemen toe en de mogelijke gevolgen ervan worden ernstiger. Heeze-Leende conformeert zich aan de beveiligingsmaatregelen zoals genoemd in de BIO (Baseline Informatiebeveiliging Overheid). Via de auditverplichting ENSIA legt de gemeente hierover verantwoording af.

5.    Ontbrekende risicoreserves gemeenschappelijke regelingen
Een aantal gemeenschappelijke regelingen hebben geen risicoreserve om mogelijke onverwachte financiële tegenvallers op te kunnen vangen. De hoogte van de risico’s bij de GRSA2 betreffen in 2026 € 2.060.000 en middels de verdeelsleutel betreft dit € 468.000 voor de gemeente Heeze-Leende  

6.    Levering van aardgas en elektriciteit
Door o.a. de oorlog tussen Rusland en Oekraïne zijn de prijzen voor levering van gas en elektriciteit de laatste jaren fors gestegen. In 2024 zijn de gasprijzen weer gestegen. De energiemarkt blijft gespannen en grillig waardoor elk moment de prijzen weer omhoog kunnen schieten. Ondanks de contracten die hiervoor afgesloten zijn er leveringsrisico’s en marktinvloeden die het begroten van kosten voor de levering van gas en elektriciteit lastig maakt, daarom is er een beperkt risico van € 50.000 opgenomen.

7.    Afhankelijkheid van de wereldmarktprijzen in de methodiek afvalkostendekkendheid
De tijd is voorbij dat Nederland kan meedeinen op voor ons land gunstige internationale verhoudingen. Het zal kostbare inspanningen moeten plegen om overeind te blijven in een turbulenter, grimmiger wereld die langs drie assen (machtspolen, tonelen van machtsuitoefening, wereldbeelden) fragmenteert. Mogelijk dat het ook het verdienvermogen en de open markten raakt en dat dit de wereldmarktprijzen beïnvloedt. 

8.    Bosonderhoud geschiedt door middel van subsidies
Op dit moment worden de bossen onderhouden door middel van subsidies en deze lopen nog door tot en met 2026 en moeten opnieuw worden aangevraagd. Gemeente Heeze-Leende heeft de verplichting om de gebieden te beheren en onderhouden en zal eventueel op zoek dienen te gaan naar financiële middelen om dit te bekostigen (Bron: Nota Bossen en Natuurterreinen 2024-2034).

9. Krapte op de arbeidsmarkt

Door de druk op de arbeidsmarkt ontstaat het risico dat vacatures niet passend kunnen worden ingevuld. Indien het hier posities betreft die omwille van de voortgang van de dienstverlening wel ingevuld dienen te worden, dan is inhuur veelal de enige oplossing. Het gaat hier om diverse posities binnen de organisatie, waardoor de kosten  kunnen toenemen.

10.  Open einderegelingen Sociaal Domein

Bijna alle regelingen binnen het Sociaal Domein zijn open einderegelingen op basis van uitvoering van wet- en regelgeving. Dit brengt risico's met zich mee als de vraag naar zorg groter is dan voorzien.  Afgelopen jaren was er sprake van stijgende kosten voor jeugdzorg .  Vanaf 2026 hebben we de indexeringen reëel in de begroting opgenomen. Vooralsnog hebben we dit risico op pm gezet.

11.    Overige risico’s
Naast bovengenoemde belangrijke risico’s heeft onze gemeente ook te maken met andere risico’s, zoals renterisico’s, bodemverontreiniging, wijzigingen in wetgeving met mogelijk financiële gevolgen, onvoorziene tegenvallers bij verbonden partijen, ontwikkelingen algemene uitkering gemeentefonds (bijvoorbeeld als gevolg van beleidskeuzes van het nieuwe kabinet) en dergelijke. We zien dat projecten die in het verleden zijn vastgesteld soms meerdere jaren zijn doorgeschoven. Redenen van het uitstel zijn divers van aard. Als gevolg van renteontwikkelingen kan dat een budgettair effect hebben. Deze risico’s hebben we niet afzonderlijk benoemd en gekwantificeerd, maar hiervoor wordt een jaarlijks gelijkblijvend risicobedrag aangehouden van € 200.000.

Weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing - Weerstandscapaciteit

De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden die de gemeente heeft om niet begrote kosten, die onverwacht en substantieel zijn, op te vangen. Hierbij kan een onderscheid worden gemaakt tussen incidentele en structurele weerstandscapaciteit. Incidentele weerstandscapaciteit is het vermogen om calamiteiten en andere eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen, zonder dat dit invloed heeft op de uitvoering van taken op het huidige niveau. Structurele weerstandscapaciteit omvat de middelen die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de programma’s. De weerstandscapaciteit van de gemeente Heeze-Leende is als volgt opgebouwd:

Tabel 6.1 Beschikbare weerstandscapaciteit

Bedragen x € 1.000

Omschrijving Rekening 2024 Begroting na wijzigingen 2025 Begroting 2026
Algemene reserve 6.184 4.856 4.125
Bestemmingsreserves (vrij besteedbaar) 616 1.059 423
Post onvoorzien 0 30 32
Rekeningresultaat voor bestemming/begrotingsruimte (saldo) -703 230 90
Stille reserves 0 0 0
Totaal incidentele weerstandscapaciteit 6.097 6.175 4.670
Onbenutte belastingcapaciteit 2.178 2.163 3.180
Totaal structurele weerstandscapaciteit 2.178 2.163 3.180
Totaal beschikbare weerstandscapaciteit 8.275 8.338 7.851

Toelichting op de weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing - Toelichting op de weerstandscapaciteit

Algemene reserve
De algemene reserve is bestemd voor het afdekken van financiële tegenvallers. Naar verwachting bedraagt de reserve eind 2026 € 4.125.000.

Bestemmingsreserves
Bestemmingsreserves worden door de raad gevormd en hebben een specifieke bestemming gekregen. Indien de raad nog vrij kan besluiten over de bestemming van de reserve, dan kan dit deel worden ingezet voor de beschikbare weerstandscapaciteit.

Post onvoorzien
De post onvoorzien is een buffer voor onvoorziene uitgaven in een jaar. In de exploitatie neemt onze gemeente in de begroting jaarlijks € 32.000 op.

Rekeningresultaat/begrotingsruimte
Het rekeningresultaat is vrij inzetbaar voor de raad. Als de begroting sluit met een positief saldo dan is sprake van begrotingsruimte. In onze begroting wordt deze begrotingsruimte verwerkt op de post begrotingsresultaat. Deze kan ingezet worden voor financiële tegenvallers.

Stille reserves
Als activa zijn gewaardeerd onder de opbrengstwaarde dan is sprake van een stille reserve. Voor de bepaling van de weerstandscapaciteit is het van belang dat de activa, waarin een stille reserve besloten ligt, direct verkoopbaar zijn. Bij verkoop van deze activa ontstaan winsten die eenmalig vrij inzetbaar zijn. Gedacht kan worden aan woonhuizen die verhuurd worden, reststroken en bossen. In onze gemeente is geen actueel overzicht beschikbaar van alle aanwezige stille reserves. Het afdekken van risico’s door het inzetten van stille reserves brengt mogelijk ongewenste situaties met zich mee. We tellen deze daarom niet mee in de weerstandscapaciteit.

Onbenutte belastingcapaciteit
Als minimumbedrag voor een maatschappelijk aanvaardbare hoogte van de onroerendezaakbelastingen, afvalstoffenheffing en rioolheffing wordt het zogenaamde redelijke peil gehanteerd.
De gemeente kan haar belastingcapaciteit verhogen om financiële tegenvallers op te vangen. Bij de berekening van de onbenutte belastingcapaciteit wordt uitgegaan van de opbrengsten die gehaald zouden kunnen worden indien de tarieven zouden worden gebaseerd op het in de Financiële verhoudingswet (artikel 12) genoemde redelijke peil. Het bedrag dat de gemeente minder ontvangt dan bij toepassing van het redelijke peil, wordt aangemerkt als de onbenutte belastingcapaciteit. Een vergelijking van de in deze begroting opgenomen belastingopbrengsten met de maximale inkomsten bij toepassing van het redelijke peil levert het volgende resultaat:

Tabel 6.2 Onbenutte capaciteit

Bedragen x € 1.000

Belastingsoort Inkomsten 2026 Maximale inkomsten Onbenutte capaciteit
Onroerendezaakbelastingen 4.913 8.094 3.180
Afvalstoffenheffing 2.049 2.049 0
Rioolheffing 2.748 2.748 0
Totaal 9.710 12.891 3.180

De onbenutte capaciteit wordt berekend door de begrote of verwachte inkomsten van de gemeente te vergelijken met de norm-inkomsten die vastgelegd zijn in de wet of door beleidsregels, zoals de "artikel-12-status".  Een positieve waarde betekent dat de gemeente de tarieven nog kan verhogen, zonder dat de maximaal toegestane inkomsten worden overschreden. 

Het minimaal te hanteren tarief voor toelating tot artikel 12 bedraagt volgens de meicirculaire 2025  0,1595%.  Hiermee zijn de maximale inkomsten berekend. 

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing - Weerstandsvermogen

Het weerstandsvermogen is de relatie tussen de weerstandscapaciteit (de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken) en alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. Het weerstandsvermogen wordt uitgedrukt in een ratio weerstandsvermogen. Die ratio geeft de verhouding weer tussen de financieel gekwantificeerde risico’s en de daarbij horende benodigde weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit.

Beschikbare middelen Bekende risico's              
↓  ↓ 

Beschikbare weerstandscapaciteit
€ 7.851.000

Benodigde weerstandscapaciteit   
€ 1.983.000
↓  ↓ 
Weerstandsratio:
4,0
(= € 7.851.000/1.983.000)

 

Door onze toezichthouder (de provincie Noord-Brabant) en het Rijk zijn geen normen met betrekking tot het weerstandsvermogen vastgesteld. Wij streven in het kader van een structureel financieel gezonde organisatie naar een ratio weerstandsvermogen van minimaal 1,5. Dit staat voor een weerstandsvermogen dat ruim voldoende is en wil zeggen dat de weerstandscapaciteit 1,5 keer zo groot is dan de risico’s. Hierbij wordt de normeringssystematiek voor weerstandsvermogen gehanteerd, dat ontwikkeld is door het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement (NAR) in samenwerking met de universiteit Twente.  Zij hanteren de volgende waarderingstabel ratio weerstandsvermogen.

Tabel 6.3 Waarderingscijfers weerstandsvermogen

Waarderingscijfer Ratio Betekenis
A x > 2,0 Uitstekend
B 1,4 < x < 2,0 Ruim voldoende
C 1,0 < x < 1,4 Voldoende
D 0,8 < x < 1,0 Matig
E 0,6 < x < 0,8 Onvoldoende
F x < 0,6 Ruim onvoldoende

De ratio weerstandsvermogen van de gemeente Heeze-Leende is groter dan 2 en daarmee te kwalificeren als uitstekend.

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing - Financiële kengetallen

De paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing bevat op basis van nieuwe verantwoordingsregels vanaf de begroting 2017 vijf financiële kengetallen. De berekenwijze van de kengetallen is vastgelegd in een ministeriële regeling. Mede op basis van deze kengetallen dient de paragraaf een analyse te geven van de financiële positie van de gemeente. Er zijn geen landelijke normen voor de kengetallen omdat deze erg afhangen van de lokale situatie.


Tabel 6.4 Financiële kengetallen 

Kengetal Rekening 2024 Begroting 2026 Begroting 2027 begroting 2028 begroting 2029 Veilige zone Onveilige zone
1a Netto schuldquote 37% 76% 98% 106% 109% < 130% > 130%
1b Netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen 22% 66% 86% 94% 98% < 130% > 130%
2 Solvabiliteitsratio 30% 19% 16% 15% 15% > 20% < 20%
3 Grondexploitatie 1% 0% 0% 0% 0% < 10% > 10%
4 Structurele exploitatieruimte 0% 1% 0% -2% -2% > 0% < 0%
5 Belastingcapaciteit 102% 100% 101% 100% 100% < 100% > 100%

1. Netto schuldquote
De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de gemeentelijke schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft zodoende een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken.

Omdat bij leningen er onzekerheid kan bestaan of ze allemaal terug worden betaald, is bij de berekening van de netto schuldquote onderscheid gemaakt door het kengetal te berekenen, zowel inclusief als exclusief de doorgeleende gelden. Op die manier is duidelijk wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is en ook wat dat betekent voor de schuldenlast. De wijze waarop de netto schuldquote gecorrigeerd voor de doorgeleende gelden wordt berekend is gelijk aan de netto schuldquote, met dien verstande dat bij de financiële activa ook alle verstrekte leningen zijn opgenomen.

Een laag percentage is gunstig. De VNG adviseert om 130% als maximum norm te hanteren voor de netto schuldquote en daarboven de schuld af te bouwen. De netto schuldquote loopt sterk op door het hoge investeringsvolume.


2. Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. Onder de solvabiliteitsratio wordt verstaan het eigen vermogen als percentage van het totale balanstotaal. Het eigen vermogen van een gemeente bestaat uit de algemene reserve, de bestemmingsreserves en het resultaat uit het overzicht van baten en lasten. Hoe hoger dit percentage, hoe gunstiger dit is voor de financiële weerbaarheid van de gemeente. Het solvabiliteitsratio gaat de komende jaren omlaag door hogere investeringen en een hogere schuld. Een proces van ombuigingen, kritisch beoordelen van de investeringsplanning etc. behoren tot de mogelijkheden om de solvabiliteit te verbeteren.


3. Grondexploitatie
Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. Voor de berekening van dit kengetal worden de niet in exploitatie genomen gronden en de bouwgrond in exploitatie bij elkaar opgeteld en gedeeld door de totale baten uit de begroting of jaarstukken en uitgedrukt in een percentage. De boekwaarde van de voorraden grond moet worden terugverdiend bij de verkoop. Kenmerkend voor grondexploitaties is dat de looptijd meerdere jaren is. Naarmate de inkomsten verder in de toekomst liggen, brengt dit meer rentekosten en risico’s met zich mee. Een grondexploitatie van 10% of hoger wordt beschouwd als kwetsbaar.


4. Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte een gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt thans het onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten. De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves gedeeld door de totale baten en uitgedrukt in een percentage. Wanneer dit cijfer negatief is, betekent het dat het structurele deel van de begroting onvoldoende ruimte biedt om de lasten te blijven dragen. In 2026 is het percentage nog positief. Vanaf 2027 is het negatief. Ook hier geldt dat een proces van mogelijke ombuigingen de structurele exploitatieruimte kan verbeteren.


5. Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeenten zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. De definitie van het kengetal belastingcapaciteit is: Woonlasten meerpersoonshuishouden in jaar t (het begrotingsjaar) ten opzichte van het landelijk gemiddelde uitgedrukt in een percentage. Onder de woonlasten die de belastingdruk vormen, wordt verstaan de onroerendezaakbelasting, de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen, wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Het COELO (Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden) publiceert ieder jaar deze lasten in de ‘Atlas van de lokale lasten’.  Als dit percentage laag ligt, betekent het dat de gemeente meer inkomsten uit belastingen zou kunnen verwerven.

Financiële positie

Terug naar navigatie - Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing - Financiële positie

De begroting 2026 is financieel in evenwicht. Voor 2027-2029 wordt een begrotingstekort voorzien, mede als gevolg van lagere rijksbijdragen vanuit het gemeentefonds. Dit zal tot gevolg hebben dat we een ombuigingen moeten realiseren willen we financieel gezond blijven. Dit zou mogelijk tot keuzes kunnen leiden die, vanuit maatschappelijk oogpunt, pijn kunnen doen. Het zijn echter keuzes die onvermijdelijk zijn, willen we ook in de toekomst een gemeente zijn die duurzaam is en zich, flexibel, kan aanpassen aan maatschappelijke veranderingen en opgaven.

Om de financiële positie van de gemeente te beoordelen is het ook van belang om in samenhang te kijken naar het weerstandsvermogen en de financiële kengetallen. De weerstandscapaciteit is dusdanig dat er financiële ruimte is om onverwachte tegenvallers tijdelijk op te vangen zonder directe financiële problemen. 

Mede door grote investeringen die op de planning staan en de terugval van de rijksbijdragen vanaf 2026 verwachten we dat de schuldpositie de komende jaren oploopt en de solvabiliteit de komende jaren afneemt. Het is van belang deze ontwikkeling goed te blijven volgen.