Paragraaf lokale heffingen

Algemeen

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Algemeen

Omschrijving (toelichting)

De lokale heffingen vormen een belangrijk deel van de inkomsten van de gemeente. We gaan in deze paragraaf in op de lokale heffingen en lichten het kwijtscheldingsbeleid toe. We bieden de belastingverordeningen gelijktijdig met de begroting aan bij de raad.
Er wordt bij de lokale heffingen onderscheid gemaakt tussen zuivere belastingen, heffingen en retributies:

  • De zuivere belastingen behoren tot de algemene dekkingsmiddelen en dienen ter uitvoering van collectieve 
    vormen van dienstverlening, maar ook individuele vormen van dienstverlening zonder een duidelijke relatie 
    tussen dienstverlening en belasting.
  • De heffingen dienen ter dekking van de kosten voor de uitvoering van publiekrechtelijke dienstverlening. Dat 
    houdt in dat de burger ook moet betalen als hij de dienst niet wenst. Voorbeelden van heffingen zijn de 
    afvalstoffenheffing en de rioolheffing. De opbrengst van de heffingen mag niet meer bedragen dan de kosten 
    die de gemeente hiervoor maakt. 
  • De retributies zijn vergoedingen voor individuele dienstverlening van typische overheidsdiensten van 
    publiekrechtelijke aard. Voorbeelden hiervan zijn de leges voor paspoort en rijbewijs. 

Opbrengstenraming belastingen en heffingen

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Opbrengstenraming belastingen en heffingen

In het volgende overzicht zijn de ramingen van de belastingopbrengsten en heffingen voor 2025 weergegeven.

Tabel 5.0 Gemeentelijke belastingheffing

Bedragen x € 1.000

Gemeentelijke belastingheffing Rekening 2023 Primitieve begroting 2024 Begroting na wijzigingen 2024 Begroting 2025
Onroerendezaakbelastingen (OZB) 4.205 4.444 4.444 5.132
Afvalstoffenheffing 1.592 1.669 1.669 1.845
Rioolheffing 2.222 2.697 2.697 2.733
Leges 818 585 585 597
Lijkbezorgingsrechten 39 2 2 2
Toeristenbelasting 303 312 312 395
Totaal 9.179 9.709 9.709 10.704

Onroerendezaakbelasting (OZB)

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Onroerendezaakbelasting (OZB)

Onroerendezaakbelastingen worden geheven van eigenaren van onroerende woningen en niet-woningen en van gebruikers van onroerende niet-woningen. De eigenaar/gebruiker op 1 januari van enig jaar is belastingplichtig voor het gehele jaar. Grondslag is de waarde van de onroerende zaak die is vastgesteld met een WOZ-beschikking (WOZ: waardering onroerende zaken). Voor het belastingjaar 2025 geldt de waarde van de onroerende zaak per 1 januari 2024.
Voor de waardeontwikkeling van onroerend goed verwachten we een gemiddelde waardestijging van woningen van 4% en houden we rekening met een waardestijging van 0,5% bij niet-woningen.
Omdat de waarde van de woningen naar verwachting stijgt, betekent dit dat de tarieven van de onroerendezaakbelasting voor woningen naar beneden worden bijgesteld. 

In de volgende tabel volgen de tarieven voor de verschillende categorieën. Het tarief wordt bepaald op basis van de totale te verwachten WOZ-waarde per categorie in relatie tot geraamde opbrengst per categorie. Aangezien de verwachte WOZ-waardeontwikkeling per categorie verschilt zien we dit ook terug in de procentuele mutaties.

Tabel 5.1 Tarieven onroerendezaakbelastingen  

Tarief Rekentarief algemene uitkering * Gemeentetarief 2025 Gemeentetarief 2024 Procentuele mutatie
Woningen eigenaren 0,0914% 0,0928% 0,0930% -1,94%
Niet-woningen eigenaren 0,3079% 0,2051% 0,1935% 2,84%
Niet-woningen gebruikers 0,2342% 0,1717% 0,1714% -8,75%

*Meicirculaire gemeentefonds 2024

 

De opbrengsten uit onroerendezaakbelastingen zijn als volgt opgebouwd:

Tabel 5.2 Opbrengsten onroerendezaakbelastingen

Omschrijving Rekening 2023 Primitieve begroting 2024 Begroting na wijzigingen 2024 Begroting 2025
Woningen eigenaren 2.938 3.155 3.155 3.337
Niet-woningen eigenaren 738 768 768 813
Niet-woningen gebruikers 529 521 521 587
Totaal 4.205 4.444 4.444 4.738

De opbrengsten zijn ten opzichte van de primitieve begroting 2024 toegenomen. Deze toename wordt verklaard door de indexering met 4%. Ook is er rekening gehouden met de te verwachten areaaluitbreiding. 

Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten

De afvalstoffenheffing is een vergoeding van het ophalen en verwerken van huishoudelijk afval. De reinigingsrechten worden in rekening gebracht voor het ophalen en verwerken van bedrijfsafval dat naar aard, omvang en samenstelling gelijk is te stellen aan huishoudelijke afvalstoffen. Uitgangspunt bij de bepaling van de tarieven is een kostendekkendheid van 100%. De opbrengsten mogen op begrotingsbasis niet hoger zijn dan de kosten. Zoals uit de volgende opstelling blijkt wordt dit uitgangspunt met een begrote kostendekkendheid van 100% gehaald.

Tabel 5.3 Kostendekkendheid afvalstoffenheffing

Bedragen x € 1.000

Kostendekkendheid afvalstoffenheffing Rekening 2023 Primitieve begroting 2024 Begroting na wijzigingen 2024 Begroting 2025
Kosten taakveld 7.3 afval 100% 1.828 1.517 1.517 1.692
Inkomsten taakveld 7.3 afval (excl. heffingen) 525 241 241 228
Netto kosten taakveld 1.303 1.277 1.277 1.464
Aanvullend toe te rekenen kosten:
Overhead 89 93 92 99
BTW exploitatie 298 300 300 331
Totale kosten 1.689 1.669 1.669 1.894
Opbrengst heffing 1.592 1.669 1.669 1.845
Dekking 94% 100% 100% 97%

De lasten voor ophalen en verwerken van afval nemen toe met 13%.

 

Bij de berekening van de tarieven voor deze heffing is gekozen voor tariefdifferentiatie (diftar). Degene die meer afval laat ophalen, moet ook meer betalen. Het tarief is opgebouwd uit twee delen. Het eerste deel, het vastrecht, is voor iedereen gelijk. Het tweede deel is variabel. In de volgende tabel zijn de tarieven vermeld. 

Tabel 5.4 Tarieven afvalstoffenheffing

Bedragen x € 1.000

Tarief Begroting 2024 Begroting 2025
Vastrecht per maand € 11,67 € 13,25
Container van 40 liter restafval per lediging € 5,05 € 5,05
Container van 140 liter restafval per lediging € 12,65 € 12,65
Container van 240 liter restafval per lediging € 22,75 € 22,75
Container van 25 liter gft-afval per lediging € 1,90 € 1,90
Container van 140 liter gft-afval per lediging € 1,90 € 1,90
Container van 240 liter gft-afval per lediging € 3,00 € 3,00
Ondergronds € 1,90 € 1,90

Rioolheffing

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Rioolheffing

Eigenaren van eigendommen die direct of indirect zijn aangesloten op de gemeentelijke riolering dragen bij in de kosten daarvan. Hiermee betalen we de kosten van inzameling en het transport van afvalwater en hemelwater en de zuivering. Uitgangspunt bij de bepaling van de rioolheffing is een 100% kostendekkend tarief.
Kosten die direct of indirect te maken hebben met de riolering kunnen via de rioolheffing worden verhaald. De kosten bestaan uit kapitaallasten, de directe en indirecte exploitatiekosten zoals reiniging, inspecties en reparaties. Ook toekomstige uitgaven zoals vervangingen worden bij de bepaling van de te dekken kosten betrokken.
Het Plan Stedelijk Water 2023-2027 (PSW), met voorkeurscenario “klimaatadaptief en robuust”, is met bijbehorend investeringsprogramma in 2023 vastgesteld door de gemeenteraad. Tegelijkertijd is besloten om een alternatieve aanpak voor bepaling van de rioolheffing in beeld te brengen en de tarieven 2024 en verder daarop te baseren.
Voor de alternatieve aanpak zijn 3 heffing methodes onderzocht:


1.    Huidige heffingssystematiek van waterverbruik handhaven;                                                 
2.    Verbeterde heffingssystematiek van waterverbruik; 
3.    Heffing op basis van WOZ-waarde.  


Het optimaliseren van de bestaande heffingssystematiek waterverbruik (nr. 2) heeft de voorkeur gekregen, omdat deze het meest realistisch is en het beste aansluit bij de uitgangspunten “de sterke schouders dragen de zwaarste lasten”, “de vervuiler betaalt” en het spaarzaam omgaan met drinkwater. 
In de volgende tabel zijn de tarieven vermeld.

Tabel 5.5 Tarieven per jaar

Bedragen x € 1

Tarief per jaar Begroting 2024 Begroting 2025 Procentuele mutatie
Tarief bij een waterverbruik van minder dan 50 m3 per jaar € 252,60 € 257,64 2,00%
Tarief bij een waterverbruik van 51 m3 tot 100 m3 per jaar € 296,40 € 302,28 2,00%
Tarief bij een waterverbruik van 101 m3 tot 150 m3 per jaar € 375,00 € 382,56 2,00%
Tarief bij een waterverbruik van 151 m3 tot 200 m3 per jaar € 434,52 € 443,16 2,00%
Tarief bij een waterverbruik van 201 m3 tot 500 m3 per jaar * € 477,60 € 487,20 2,00%

• Indien in een belastingtijdvak meer dan 500 m3 wordt afgevoerd, is boven het in de tabel genoemde verschuldigde bedrag bij een 
waterverbruik tot 500 m3 een recht verschuldigd van € 39,80 per maand van het belastingtijdvak, voor elke hoeveelheid van 500 m3 of 
gedeelte daarvan waarmee de hoeveelheid van 500 m3 wordt overschreden.

 

Zoals uit de volgende opstelling blijkt wordt op begrotingsbasis een kostendekkendheid van 100% gehaald.

Tabel 5.6 Kostendekkendheid rioolheffing

Bedragen x € 1.000

Kostendekkendheid rioolheffing Rekening 2023 Primitieve begroting 2024 Begroting na wijzigingen 2024 Begroting 2025
Kosten taakveld 7.2 riolering 100% 1.745 2.258 2.258 2.506
Inkomsten taakveld 7.2. riolering (excl. heffingen) 208 194 194 200
Netto kosten taakveld 1.537 2.064 2.064 2.305
Aanvullend toe te rekenen kosten:
Overhead 244 267 269 334
BTW exploitatie 122 115 115 127
BTW investeringen 285 282 282 89
Totale kosten 2.188 2.728 2.730 2.855
Opbrengst heffing 2.222 2.697 2.697 2.733
Dekking 102% 99% 99% 96%

Leges

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Leges

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het leveren van een dienst worden leges geheven. De legestarieven zijn vastgelegd in de tarieventabel behorende bij de legesverordening. De tarieventabel is in de volgende titels verdeeld:

•    Algemene dienstverlening.
•    Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning.
•    Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn.

Per titel mogen de gezamenlijke baten uit de te heffen leges niet hoger zijn dan de geraamde lasten van alle onder de betreffende titel benoemde activiteiten.


Algemene dienstverlening (titel 1)
Bij aanvragen voor producten vallende onder deze titel moet worden gedacht aan huwelijken, rijbewijzen, uittreksels burgerlijke stand etc. De berekening van de kostendekkendheid van de tarieven is in het volgende overzicht opgenomen.

Tabel 5.7 Kostendekkendheid Algemene dienstverlening (leges titel 1)

Bedragen x € 1.000

Kostendekkendheid Algemene dienstverlening (leges titel 1) Rekening 2023 Primitieve begroting 2024 Begroting na wijzigingen 2024 Begroting 2025
Kosten taakveld 0.2 burgerzaken (excl. Incidentele lasten) 583 686 686 866
Inkomsten taakveld 0.2 burgerzaken (excl. heffingen) 0 0 0 0
Netto kosten taakveld 583 686 686 866
Aanvullend toe te rekenen kosten: 0 0 0 0
Overhead 389 524 529 776
Totale kosten 972 1.211 1.216 1.642
Opbrengst heffingen taakveld burgerzaken 206 171 171 175
Dekking 21% 14% 14% 11%

Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning (titel 2)
Onder deze titel zijn de producten voor de omgevingsvergunning opgenomen. De berekening van de kostendekkendheid van de tarieven is in het volgende overzicht opgenomen.


Tabel 5.8 Kostendekkendheid fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning (leges titel 2)

Bedragen x € 1.000

Kostendekkendheid fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning (leges titel 2) Rekening 2023 Primitieve begroting 2024 Begroting na wijzigingen 2024 Begroting 2025
Kosten taakveld 8.3 Wonen en Bouwen 1.542 1.902 1.997 2.105
Inkomsten taakveld 8.3 Wonen en Bouwen 116 72 72 54
Netto kosten taakveld 1.426 1.830 1.925 2.051
Aanvullend toe te rekenen kosten:
Overhead 636 972 1.092 1.247
Totale kosten 2.062 2.802 3.017 3.298
Opbrengst heffingen taakveld 8.3 Wonen en Bouwen 493 355 355 363
Dekking 24% 13% 12% 11%

Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn (titel 3)
Onder deze titel zijn onder meer de tarieven opgenomen voor aanvragen met betrekking tot horeca, organiseren evenementen of markten en kinderopvang.

Lijkbezorgingsrechten

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Lijkbezorgingsrechten

Voor het begraven en/of het plaatsen van een urn of asbus op de algemene gemeentelijke begraafplaats worden lijkbezorgingsrechten geheven. De tarieven zijn vastgelegd in de tarieventabel behorende bij de verordening lijkbezorgingsrechten.

Tabel 5.9 Kostendekkendheid lijkbezorgingsrechten

Bedragen x € 1.000

Kostendekkendheid lijkbezorgingsrechten Rekening 2023 Primitieve begroting 2024 Begroting na wijzigingen 2024 Begroting 2025
Kosten taakveld 7.5 Begraafplaatsen en crematoria 10 10 10 3
Inkomsten taakveld 7.5 Begraafplaatsen en crematoria 0 0 0 0
Netto kosten taakveld 10 10 10 3
Aanvullend toe te rekenen kosten: 0 0 0 0
Overhead 3 5 5 0
Totale kosten 13 14 15 3
Opbrengst taakveld 7.5 Begraafplaatsen en crematoria 39 2 2 2
Dekking 288% 12% 12% 67%

Toeristenbelasting

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Toeristenbelasting

Omschrijving (toelichting)

De toeristenbelasting is een algemene belasting waarvan de opbrengsten ten gunste komen aan de algemene middelen van de gemeente. De inkomsten uit deze belasting mag de gemeente dus naar eigen inzicht aanwenden. De toeristenbelasting wordt geheven voor het houden van verblijf met overnachten tegen een vergoeding in welke vorm dan ook, van personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Heeze-Leende zijn ingeschreven. 

Het betreft dus niet alleen toeristen, maar ook personen die onder andere voor hun werk tijdelijk verblijven binnen de gemeente Heeze-Leende. Belastingplichtige is degene die gelegenheid tot verblijf biedt. Deze verhaalt de belasting op degene die verblijf houdt. 

De tarieven worden verhoogd ten opzichte van 2024. De tarieven sluiten aan bij de gehanteerde tarieven van de buurgemeenten. Het tarief per persoon per overnachting is in 2025 € 1,88. In afwijking hiervan geldt voor hotels en conferentiecentra een tarief van € 2,00 per overnachting, voor campings € 1,25 per overnachting en voor groepsaccommodaties € 1,06 per persoon per overnachting.

Overzicht lastendruk

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Overzicht lastendruk

De voorgestelde tarieven leiden tot de volgende belastingdruk. In deze berekening zijn alleen die belastingen betrokken die nagenoeg voor iedereen van toepassing zijn (onroerendezaakbelasting, afvalstoffenheffing en rioolheffing). De heffingen die een specifieke belastingplicht hebben zijn uitgesloten.

Tabel 5.10 Lastendruk

Bedragen x € 1

Lokale lastendruk 2025 2024 Mutatie Procentuele mutatie
Afvalstoffenheffing € 236 € 216 € 20 9,3%
Rioolheffing (bij een waterverbruik van 101-150 m3) € 383 € 375 € 8 2,0%
Onroerende-zaakbelasting eigenaar woning € 438 € 421 € 17 4,0%
Totaal lastendruk huishouden zonder eigen woning € 619 € 591 € 28 4,7%
Totaal lastendruk huishouden met eigen woning € 1.057 € 1.012 € 44 4,4%

1) Aan de gegevens in deze tabel kunnen geen rechten worden ontleend.

 

Toegepaste uitgangspunten bij berekening lokale belastingdruk:


•    Afvalstoffenheffing is gebaseerd op gemiddeld 7,8 ledigingen van de Gft-container (140 liter) per jaar en 4,9 keer restafval (140 liter);
•    De rioolheffing is op basis van een waterverbruik van 101 tot 150 m3 per jaar;
•    Bij de berekening van de onroerendezaakbelasting 2025 met waarde peildatum 1 januari 2024 ten opzichte van belastingjaar 2024 met waarde peildatum 1 januari 2023 is uitgegaan van een taxatiewaardestijging woningen van 4,0% en een tarief van 0,0928%. De gemiddelde waarde van een woning in Heeze-Leende met waarde peildatum 1 januari 2024 wordt hier geraamd op € 469.000 (2023: € 453.000);
•    De lastendruk van een ‘gemiddeld huishouden’ is in 2025 hoger dan in 2024. Dat wordt veroorzaakt door de stijging van alle drie de heffingen.

Kwijtscheldingsbeleid

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Kwijtscheldingsbeleid

Omschrijving (toelichting)

Inwoners met een laag inkomen kunnen in aanmerking komen voor kwijtschelding van de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Bij de invordering van de overige gemeentelijke heffingen wordt geen kwijtschelding verleend.

De gemeente hanteert het uitgangspunt dat inwoners met een inkomen van 100% van de bijstandsnorm in aanmerking moeten kunnen komen voor kwijtschelding, tenzij sprake is van een vermogen dat hoger is dan het wettelijke normbedrag.